Minimumlonen over de hele wereld: Een wereldwijd overzicht 2025

In de huidige volatiele en snel veranderende wereldeconomie is de vraag wat mensen aan de onderkant betaald krijgen niet langer alleen een kwestie van economische theorie, het is een dringende kwestie.
Na een scherpe dip in 2022 begon de wereldwijde groei van de reële lonen in 2023 en 2024 weer op te veren. Dat is op het eerste gezicht goed nieuws, maar het herstel is ongelijkmatig. Terwijl sommige landen doortastend optraden met beleidsinterventies en indexaanpassingen, bleven andere landen achter. Het resultaat? Een groeiende kloof tussen werknemers met lage lonen en de stijgende kosten van basisbehoeften. Te veel werknemers (vooral in de informele of gigsectoren) zien hun koopkracht nog steeds krimpen, ook al wijzen de economische indicatoren op groei.
Wat deze kwestie ingewikkelder maakt, is dat er geen standaardaanpak bestaat. Minimumloonstelsels verschillen niet alleen tussen landen, maar vaak ook binnen landen. Europa heeft een goed gestratificeerde structuur van loonvloeren. Azië en Noord-Amerika hebben gedecentraliseerde, vaak gepolitiseerde kaders. Ondertussen kampt Afrika met hardnekkige systemische hindernissen: structurele werkloosheid, zwakke handhavingsmechanismen en in veel gevallen stagnerende of dalende reële lonen.
Coach4expats biedt een actueel en essentieel overzicht van hoe minimumlonen in 2024-2025 zullen verschuiven tussen continenten. We onderzoeken recente wetswijzigingen, vergelijken regionale systemen en analyseren hoe effectief het loonbeleid zich aanpast aan inflatie en veranderende arbeidsmarkten. Op basis van belangrijke gegevens van de ILO, WageIndicator, Eurostat en de OESO is het de bedoeling om niet alleen een momentopname te presenteren van waar de zaken staan, maar ook waar ze naartoe kunnen gaan.
Wereldwijd overzicht van trends in minimumsalarissen
Tussen 2022 en 2024 zien we een verschuiving. Nadat de lonen in 2022 in reële termen daalden, begonnen ze weer te stijgen, met 1,8% in 2023 en naar verwachting 2,7% in 2024, de grootste sprong in meer dan 15 jaar. Dat is bemoedigend, maar niet het hele verhaal. Op veel plaatsen houden de lonen nog steeds geen gelijke tred met de stijgende prijzen. Dus hoewel er enige vooruitgang wordt geboekt, wachten veel werknemers nog steeds om het verschil te voelen waar het er toe doet: in hun dagelijks leven.

Belangrijkste wereldwijde trends (2024-2025): vooruitgang met kuilen
Achter deze wereldwijde gemiddelden gaat een veel rommeliger, gefragmenteerder verhaal schuil. In bijna 45% van de 160 landen met beschikbare gegevens hebben de minimumlonen in 2023 de inflatie niet bijgehouden. Dat betekent dat tientallen miljoenen werknemers met lage lonen nog steeds terrein verliezen – ze betalen meer voor minder, ondanks nominale loonsverhogingen. De kloof tussen de beleidsintentie en de realiteit blijft groot.
Van 2021 tot 2022 zag het mediane land de koopkracht van mensen met een minimumloon met 7% dalen. Die erosie is meer dan een cijfer – het is een boodschappenrekening, een huurbetaling of een aankondiging van afsluiting van de nutsvoorzieningen voor mensen aan de rand van de samenleving. En hoewel de lonen in veel landen nu beginnen te stijgen, heeft de vertraging in de aanpassing een litteken achtergelaten. Zoals de ILO opmerkt, “worden de mensen met de laagste inkomens het hardst getroffen” door de vertraagde reacties, wat de kritieke behoefte onderstreept aan flexibelere en responsievere loonvormingsmechanismen.
Bovendien laten regionale verschillen in loongroei zien hoe ongelijk dit moment is. In Afrika daalden de reële lonen in 2023 met -2,4%, terwijl Noord-Amerika vlak bleef en een groot deel van Europa een kleine daling liet zien. Centraal- en West-Azië daarentegen, deels gestimuleerd door Türkiye, boekten een stijging van 25,1%. Dit soort spreidingen zijn niet alleen statistisch – het zijn politieke, economische en sociale signalen van uiteenlopende herstelpaden en beleidsreacties.
Vergelijkende statistieken: hoe we meten wat belangrijk is
Om de complexiteit te begrijpen, vertrouwen we op een mix van indicatoren die een genuanceerder verhaal vertellen dan alleen ruwe loonniveaus. Een van de belangrijkste:
| METRISCH | WAT HET MEET |
| Groei reëel minimumloon (%) | Houdt veranderingen bij in minimumlonen gecorrigeerd voor inflatie – laat de echte koopkracht zien. |
| Koopkrachtpariteit (PPP) | Normaliseert lonen tussen landen door verschillen in kosten van levensonderhoud weer te geven. |
| Kaitz Index | Vergelijkt minimumloon met mediaan loon – gebruikt om looneerlijkheid en -compressie te beoordelen. |
| Indexcijfers voor kosten van levensonderhoud | Evalueert of loonstijgingen gelijke tred houden met de stijgende kosten van basisbehoeften zoals huur, voedsel en vervoer. |
Tussen 2021 en 2024 stijgt de Kaitz Index in 22 van de 30 OESO-landen, gemiddeld van 55% naar 56,6%. Dat lijkt misschien bescheiden, maar het duidt op een positieve verschuiving – wettelijkeminimumlonen zijn hoger dan de mediane lonen, waardoor de loonverdeling aan de onderkant wordt samengedrukt. In theorie vermindert dit de ongelijkheid. In de praktijk
Regionale analyse per continent
a. Europa: één unie, vele realiteiten
Als het gaat om minimumlonen, is Europa verre van uniform. Vanaf juli 2025 is er een enorm verschil: van slechts
Om de verschillen inzichtelijk te maken, kunnen landen in drie groepen worden ingedeeld:
Minder dan €1.000/maand – Zoals Kroatië, Slowakije en Bulgarije
Meer dan €1.500/maand – Zoals Luxemburg, Frankrijk, Duitsland en Nederland
€1.000-€1.500/maand – Inclusief Spanje, Polen, Griekenland en Portugal


Maar deze cijfers laten niet altijd het volledige verhaal zien. Sommige landen betalen 14 maanden in plaats van 12. In andere landen worden de lonen per uur vastgesteld en vervolgens omgerekend naar maandbedragen. En om echt te begrijpen wat werknemers zich kunnen veroorloven, moeten we ook aanpassen voor de kosten van levensonderhoud met behulp van Purchasing Power Parity (PPP), want €1.000 in het ene land is niet hetzelfde in een ander land.
De kloof is echt. Het minimumloon in Luxemburg is bijna vijf keer hoger dan in Bulgarije. In sommige landen dekt het minimumloon een behoorlijk deel van het gemiddelde inkomen, terwijl het in andere landen nauwelijks een deuk maakt. En op plaatsen als Frankrijk, Roemenië en Hongarije verdient meer dan 10% van de werknemers bijna het minimum, waardoor elke loonsverhoging zeer persoonlijk wordt.
b. Azië: uitgestrekt en complex

Azië is enorm groot, divers en, als het op minimumlonen aankomt, zeer complex. In veel landen zijn de lonen niet nationaal vastgesteld, maar verschillen ze per regio, stad of zelfs vaardigheidsniveau. Dat maakt het moeilijk om één enkel getal vast te stellen dat weergeeft wat werknemers eigenlijk verdienen.
Neem Japan: het minimumloon per uur in Tokio is ¥ 1.163, maar in kleinere prefecturen zoals Tottori daalt het tot ¥ 957. China en India volgen vergelijkbare paden, met verschillende tarieven afhankelijk van de regio.
In India zijn minimumlonen zelfs gebaseerd op beroepsvaardigheden, van ongeschoold tot hooggeschoold, dus wat je verdient hangt niet alleen af van waar je woont, maar ook van wat je doet.
Wat duidelijk is, is dit: in heel Azië is loonrechtvaardigheid zeer lokaal. En voor miljoenen arbeiders is de vraag niet alleen of er een minimumloon is, maar of het genoeg is om de kosten van levensonderhoud te dekken waar ze zijn.
c. Amerika: Een kleurrijke mix van lonen
Noord-Amerika
Noord-Amerika laat een gemengd en levendig beeld zien als het gaat om minimumlonen, met verschillende regels afhankelijk van waar je woont – zelfs binnen hetzelfde land.
- In de VS is het federale minimumloon sinds 2009 op $7,25 blijven steken. Maar veel staten gaan erop vooruit: Californië, Washington en D.C. hebben allemaal lonen van meer dan 16 dollar per uur. Sommige staten, zoals Florida, blijven hun minimumlonen in de loop van het jaar verhogen om de kosten bij te houden. Voor bepaalde werknemers, zoals in de fastfoodsector of de gezondheidszorg, gelden zelfs speciale, hogere tarieven. Dankzij deze lokale inspanningen worden veel werknemers beter betaald, ook al is het federale tarief niet veranderd.
- Canada hanteert een meer gecoördineerde aanpak. Ze hebben een federaal minimumloon, maar provincies en territoria stellen ook hun eigen minimumloon vast – sommige hoger, andere lager. De lonen in plaatsen als British Columbia en Nunavut zijn behoorlijk hoog en worden vaak automatisch aangepast aan de inflatie om de koopkracht van werknemers te beschermen.
Mexico heeft zijn minimumloon elk jaar agressief verhoogd, met stijgingen van 12% tot in 2025. Ze hebben zelfs een speciaal hoger loon voor de noordelijke grensvrije zone, omdat ze regionale verschillen in de kosten van levensonderhoud erkennen. Deze sterke, consistente inspanning gaat over meer dan alleen cijfers, het is een zet om de waardigheid en eerlijkheid voor werknemers met lage lonen te herstellen na jaren van loonerosie.

Midden- en Zuid-Amerika

Midden-Amerika is een lappendeken van lonen, die per land, bedrijfstak en zelfs regio verschillen. De meeste minimumlonen hier schommelen tussen
De minimumlonen in Zuid-Amerika weerspiegelen een regio die kampt met inflatie en economische verschuivingen. Gemiddeld verdienen werknemers ongeveer 420 dollar per maand, maar er zijn grote verschillen per land.

d. Afrika: Moeite om bij te blijven
In Afrika is het verhaal van de minimumlonen hard. De afgelopen tien jaar zijn de reële lonen nauwelijks gestegen of zelfs gekrompen, waardoor het leven voor veel werknemers moeilijker is geworden. Neem
Maar in heel Afrika is het grotere plaatje zorgwekkend. Sinds 2015 hebben de lonen geen gelijke tred gehouden, met een scherpe daling van bijna 12% in 2020 die nog steeds niet is teruggekeerd. De reële lonen zijn de afgelopen jaren gelijk gebleven of zelfs gedaald, wat betekent dat veel mensen meer betalen voor minder. Deze voortdurende strijd laat zien dat de minimumlonen in veel Afrikaanse landen niet in overeenstemming zijn met de kosten van levensonderhoud, waardoor miljoenen mensen kwetsbaar zijn en armoede en ongelijkheid nog verder toenemen.

e. Oceanië: Doordachte en flexibele loonstelsels

Oceanië, vooral Australië en Nieuw-Zeeland, pakt minimumlonen slim en gedetailleerd aan. In Australië is het standaardminimumloon vanaf juli 2025 ongeveer A$24,95 per uur, maar de zaken worden genuanceerder afhankelijk van leeftijd en ervaring. Jongere werknemers en leerlingen verdienen minder – hun opleiding en vaardigheden worden erkend – terwijl gehandicapte volwassenen een eerlijk loon krijgen dat is aangepast aan hun productiviteit. Dit systeem probeert werknemers te beschermen en tegelijkertijd jongeren aan te moedigen om te gaan werken.
Nieuw-Zeeland volgt een vergelijkbaar traject met een trapsgewijze loonstructuur. Het minimumloon voor volwassenen is NZ$23,50 per uur, maar jongere werknemers of werknemers in opleiding beginnen met een lager tarief van NZ$18,80. Dit helpt jonge en nieuwe werknemers om gemakkelijk aan het werk te gaan en beloont tegelijkertijd ervaring en vaardigheden. Dit helpt jonge en nieuwe werknemers om gemakkelijk aan een baan te beginnen en beloont tegelijkertijd ervaring en de groei van vaardigheden. Beide landen laten een goed evenwicht zien tussen eerlijkheid en het ondersteunen van de ontwikkeling van arbeidskrachten.
Opkomende thema’s: wat de wereld leert over lonen
Elk land heeft zijn eigen manier om minimumlonen vast te stellen, maar een paar patronen springen eruit. Sommige landen, zoals
Waar het op neerkomt? Er is geen pasklare oplossing, maar het doel is altijd hetzelfde: een eerlijke dagloon voor een eerlijke dag werk.
De strijd die we delen
Overal ter wereld voelen werkende mensen de druk. De inflatie stijgt, de prijzen stijgen, maar de lonen? Die houden niet altijd gelijke tred. In 2023 zal in bijna de helft van alle landen het minimumloon achterblijven bij de inflatie.
Wat betekent dat in het echte leven? Boodschappen worden duurder. De huur gaat omhoog. Maar je salaris? Dat blijft hetzelfde. Dat is een recept voor stress en nog een reden waarom minimumlonen moeten stijgen als de prijzen stijgen.
Slimme ideeën die het delen waard zijn
Sommige landen worden creatief en het werkt.
Frankrijk en Nederland verhogen automatisch de minimumlonen als de inflatie toeslaat.
Australië en Nieuw-Zeeland hanteren verschillende lonen op basis van leeftijd of opleiding, zodat jonge werknemers of leerlingen nog steeds een eerlijke kans krijgen.
Uruguay en Colombia brengen overheid, bedrijven en werknemers samen om tarieven vast te stellen, met elke stem aan tafel.
Dit zijn niet zomaar beleidsmaatregelen – het zijn oplossingen waarbij de mens voorop staat. En ze laten zien dat als landen naar hun werknemers luisteren, iedereen daarvan profiteert. Het is eenvoudig: Mensen gaan waar ze genoeg kunnen verdienen om van te leven. Als de lonen in eigen land te laag zijn, gaan werknemers elders zoeken (over de grens, over de oceaan).
Dus ja, het minimumloon beïnvloedt migratie. Het bepaalt wie blijft, wie vertrekt en wat voor toekomst ze najagen. Landen met hogere, eerlijkere lonen trekken talent aan. Landen met stagnerende lonen lopen het risico hun talent te verliezen. Het hangt allemaal met elkaar samen.
Conclusie: wat we weten en hoe we nu verder gaan
Wat we hebben geleerd
Minimumlonen zijn belangrijk, maar het gaat niet alleen om het aantal. Het gaat erom hoe vaak ze omhoog gaan en wie er achterblijft als ze niet omhoog gaan.
Landen die vaak aanpassingen doorvoeren en naar werknemers luisteren, doen beter hun best om het reële inkomen van mensen te beschermen.
De bodem verhogen helpt om de kloof aan de onderkant te dichten, maar de rijksten nemen nog steeds een veel groter stuk van de taart mee naar huis. Er is meer werk aan de winkel.
Om het minimumloon echt te laten werken voor mensen, moeten we het koppelen aan de inflatie, zodat het loon niet daalt als de prijzen stijgen. Werknemers in informele banen of gigrollen verdienen ook bescherming, niet om buitengesloten te worden alleen omdat het systeem niet voor hen gemaakt is. Het wordt tijd dat we de gegevens laten spreken en de mensen ook. Regelmatige, eerlijke en transparante loonaanpassingen zijn niet alleen goed beleid, het is ook de manier om vertrouwen op te bouwen in een systeem dat bedoeld is om iedereen te dienen.
Vooruitkijkend hangt de toekomst van lonen af van hoe moedig en meelevend we willen zijn. Nu het klimaat verandert, de technologie evolueert en de kosten van levensonderhoud stijgen, hebben we nieuwe instrumenten nodig zoals het slim bijhouden van lonen, eerlijk loon voor alle soorten werk en regionaal teamwerk om samen de normen te verhogen. Want uiteindelijk gaat minimumloon niet alleen over geld. Het gaat om waardigheid.









